Bert van der Wal, Thomas van Manen en Jan Vreeburg
& Strategie
Onderzoek naar wateruitdagingen van de toekomst
Met het meerjarig onderzoeksprogramma NOVIE (2018-2021) werpt Evides een blik in de toekomst. Welke investeringen zijn er de komende jaren nodig om onze drinkwatervoorziening toekomstproof te maken? Jan Vreeburg (hoofd Strategie), Bert van der Wal (hoofd Watertechnologie) en Thomas van Manen (reliability engineer Infra) laten aan de hand van twee projecten zien hoe Evides wetenschappelijke kennis en methoden toepast in de praktijk.
De afkorting NOVIE staat voor ‘nieuw onderzoeksprogramma voor investeringen van Evides’. Met behulp van zeven verschillende onderzoeksprojecten bepaalt Evides de komende jarenwelke technieken en methoden het meest kansrijk zijn om de kwaliteit van het drinkwater en de conditie van het leidingnet op kwalitatief hoog niveau te houden en waar nodig verder te verbeteren. ‘Een belangrijk kenmerk van waterbedrijven is dat onze assets erg lang meegaan. Leidingen hebben een levensduur tot 100 jaar en onze spaarbekkens zijn al in de jaren ‘70 aangelegd. In de komende jaren moeten we beslissingen nemen over omvangrijke investeringen, bij voorkeur op basis van wetenschappelijke kennis. Deze ontwikkelen we voornamelijk in samenwerking met universiteiten, hogescholen en kennisinstellingen. Denk aan ons kennisinstituut KWR en de universiteiten van Delft en Wageningen. In NOVIE kijken we hoe we die kennis kunnen toepassen. We kijken vooruit: welke omstandigheden komen op ons af en hoe kunnen we inzichten zo toepassen dat we klaar zijn voor de toekomst?’, zegt Vreeburg.
Door voortschrijdende technologie kan Evides steeds beter meten wat de waterkwaliteit is en hoe het leidingnet functioneert. ‘We zien in het milieu steeds nieuwe stoffen en daarmee ook in onze bronnen, zoals de Maas’, signaleert Vreeburg. ‘Daarbij krijgen we steeds meer inzicht in het DNA van ons water en de staat van ons distributienet. Hierdoor komen nieuwe uitdagingen aan de oppervlakte die bepalend zijn voor de toekomst. Daar doen we binnen NOVIE onderzoek naar.’
Zuivering in de toekomst
Zuivering in de toekomst is een van de zeven projecten binnen het onderzoeksprogramma. Projectleider Van der Wal is naast zijn werk bij Evides ook werkzaam als Bijzonder Hoogleraar aan Wageningen University & Research. Samen met zijn team onderzoekt hij onder andere hoe nieuwe zuiveringstechnieken kunnen worden ingezet om de waterkwaliteit nog verder te verbeteren. ‘Als waterbedrijf willen we bepaalde stoffen uit voorzorg zoveel mogelijk verwijderen, ook al zijn de concentraties zo laag dat ze onschadelijk zijn voor de mens. Waterbedrijven zijn sterk zelfregulerend. Dat betekent dat we vaak verder gaan dan wat de huidige wet- en regelgeving ons voorschrijft, vooruitlopend op toekomstige regels. Ons doel is om nu en in de toekomst de beste waterkwaliteit te leveren tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.’
Een van de pilots binnen Zuivering in de toekomst is arseenverlaging. Arseen is een stof die van nature voorkomt in de bodem en zodoende ook in grondwater en/of infiltratiewater kan voorkomen. ‘De Nederlandse waterbedrijven hebben gezamenlijk afgesproken om deze stof zoveel mogelijk te verwijderen, waarbij het doel is om onder de wettelijke norm van 10 microgram per liter te gaan zitten. Onze pilotstudie is succesvol verlopen en inmiddels zitten we zo laag dat de stof vrijwel niet meer in het drinkwater voorkomt. Op die manier testen we de komende jaren verschillende zuiveringsconcepten om te kunnen beslissen welke combinatie van technieken we breder gaan toepassen om ook in de toekomst goed drinkwater te leveren.’
‘We gaan voor drinkwaterkwaliteit
vaak verder dan huidige
wet- en regelgeving ons voorschrijft.'
- Bert van der Wal, hoofd Watertechnologie
FACTS: Van reageren naar anticiperen
Een betrouwbaar distributienet is cruciaal. Daarom beschikt Evides over een model dat op basis van historische data voorspelt welke leidingen het eerst aan vervanging toe zijn en welke consequenties potentiële storingen kunnen hebben. Met het onderzoeksproject FACTS wil Evides dit model verder verbeteren door ‘kwantitatieve kennisregels’ te formuleren. In het kort betekent dit, dat Evides door het gebruik van extra databronnen meer inzicht krijgt in de conditie van het net en de factoren die uiteindelijk leiden tot een storing. ‘We onderzoeken onder andere het gebruik van satellietdata om ons model nog verder te verbeteren. Met behulp van deze data kunnen we bijvoorbeeld zien dat er sprake is van graafwerkzaamheden in de buurt van onze leidingen. Als een bouwbedrijf een paar kuub zand op een van onze buizen stort, kan er door de belasting na verloop van tijd een breuk ontstaan. Data geven ons de mogelijkheid om op tijd in te grijpen door de aannemer hierop aan te spreken’, vertelt projectleider Van Manen.
‘Met data-analyse kunnen we anticiperen op de toekomst en problemen voorkomen'
– Thomas van Manen, reliability engineer Infra
Een andere methode die Evides onderzoekt is het verzamelen van gegevens met behulp van een exit-beoordeling: een inspectie die plaatsvindt zodra een deel van het leidingnet wordt vervangen. ‘Soms moeten we een goede buis vervangen omdat er bijvoorbeeld een nieuw stuk snelweg aangelegd wordt. We vervangen die dan eigenlijk dertig of veertig jaar te vroeg. We gooien dat materiaal niet zomaar in de container maar analyseren het nauwkeurig omdat dezelfde leiding ook 100 meter verderop in de straat ligt. Door de degradatie van de leiding te onderzoeken, kunnen we testen of onze voorspellingen van de conditie - op basis van historische gegevens - correct zijn. In het verleden reageerden we vooral. Met data-analyse kunnen we anticiperen op de toekomst en problemen voorkomen.’